Aandoeningen

Aviaire Infectieuze Bronchitis

Infectieuze Bronchitis 

Het Infectieuze Bronchitis virus (IBV) wordt beschouwd als één van de meest voorkomende virussen in de pluimveehouderij. Het kan kippen van alle leeftijden infecteren en daarbij zeer besmettelijke ziekte met verschillende uitingsvormen veroorzaken; zo kan het zowel het ademhalingsstelsel als het legapparaat en de nieren van kippen aantasten.

Symptomen 

Het type symptomen is afhankelijk van de eigenschappen van de IB stam die de infectie veroorzaakt:

  1. Respiratoire stammen: dyspneu, reutels, hoesten, niezen en neusvloei;
  2. Nefropathogene stammen: eerst milde ademhalingssymptomen en 5-7 dagen later de eerste sterftes ten gevolge van nefritis en nefrose door verzwakking en uitdroging;
  3. Vruchtbaarheidsproblemen:
    -  Infectie van kuikens zonder immuniteit op minder dan 3 weken ouderdom: ogenschijnlijk volledig herstel, maar in een aantal gevallen treedt een zodanige beschadiging van   de eileider op dat totaal geen eiproductie mogelijk is – schijnlegsters of valse leggers;
    -  Infectie tijdens de leg: weerslag op het aantal eieren en de eikwaliteit (dunne ruwe en ontkleurde eischaal, windeieren, waterig eiwit).

De hevigheid van de symptomen uitgelokt door IBV is afhankelijk van de pathogeniciteit van de stam, type kip, leeftijd, aan- of afwezigheid van stressoren en niveau immuniteit/mate van bescherming.

Concluderend is de economische impact van dit virus het gevolg van tegenvallende productieresultaten, verhoogd medicijnengebruik, toegenomen sterfte, legdaling en lagere kwaliteit van de eieren.

Overdracht 

Het virus wordt verkregen hetzij door direct contact met besmette kippen, hetzij aërogeen over korte afstand, hetzij door indirect contact via bodembedekking, voorwerpen of andere levenloze smetdragers. Ondanks het feit dat IBV in de buitenwereld weinig resistent is, kan ook verspreiding van het virus voorkomen door personen, met het stof aan schoeisel en kleding. Verticale overdracht van het IBV komt praktisch niet voor.

Het virus verspreidt zich snel onder kippen die in een koppel worden gehouden, doordat de aandoening erg besmettelijk is en uitscheiding van het virus reeds 1 tot 3 dagen na infectie aanvangt; op enkele dagen tijd is vervolgens het aantal aangetaste dieren erg hoog.

Preventie 

Bestrijding van deze ziekte steunt op een optimale bioveiligheid gecombineerd met een correcte vaccinatie. Er bestaan zowel levende als geïnactiveerde vaccins; levende vaccins hebben de bedoeling lokale immuniteit te induceren en werken afdoende bij vleeskuikens en gedurende de opfok van pullets en moederdieren. Is er ook bescherming gedurende de legperiode gewenst, dan is ook de inzet van geïnactiveerde vaccins cruciaal.

Boehringer Ingelheim heeft beide type van vaccins tegen deze aandoening ontwikkeld, namelijk 2 levende (HatchPak IB H120&Gallivac IB88 NeO) en 3 geïnactiveerde combinatie varianten (Gallimune 302/303/407).  

 

HatchPak® IB H120 NeO 

Hatchpak IB H120 NeO is een levend vaccin in de vorm van een bruistablet voor vernevelsuspensie voor kippen dat beschermt tegen het Infectieuze Bronchitis virus Massachusetts serotype.

Lees hier meer over Hatchpak IB H120 NeO.

Gallivac® IB88 NeO 
Gallivac IB88 NeO is een levend vaccin in de vorm van een bruistablet voor suspensie voor kippen dat beschermt tegen het Infectieuze Bronchitis virus (stam CR88). 

Lees hier meer over Gallivac IB88 NeO.

Gallimune® 302 
Gallimune is een geïnactiveerd vaccin dat beschermt tegen de ziekte van Newcastle (ND), Infectieuze Bronchitis (IB) en het Egg Drop-Syndroom (EDS).

Lees hier meer over Gallimune 302. 

Gallimune® 303 
Gallimune 303 is een geïnactiveerd vaccin dat beschermt tegen de ziekte van Newcastle (ND), Infectieuze Bronchitis (IB) en het aviaire Rhinotracheïtis virus (ART). 

Lees hier meer over Gallimune 303.

Gallimune® 407 
Gallimune 407 is een geïnactiveerd vaccin dat beschermt tegen de ziekte van Newcastle (ND), Infectieuze Bronchitis (IB), het Egg Drop-Syndroom (EDS) en het aviaire Rhinotracheïtis virus (ART).

Lees hier meer over Gallimune 407.